Toezicht is topsport. Hoe zorg je voor de beste selectie binnen je RvC? Ferdi de Lange (Chasse) geeft antwoord.
Het vak commissaris blijft brandstof voor discussie. Verschillende partijen maken zich bijvoorbeeld zorgen over de training van toezichthouders, certificering en evaluatie van toezichthouders. Complementariteit is het stokpaardje van Ferdi de Lange, partner bij Chasse Executive Search. De samenstelling van een raad van commissarissen is een prioriteit. De Lange: ‘Er wordt steeds meer gekeken naar de complementariteit van een team. Dat betekent ook dat gezichtspunten vanuit een ander perspectief nodig zijn. Een goed team heeft dat hele spectrum aan boord. Jong, oud, ervaren, minder ervaren, affiniteit met bepaalde onderwerpen. Noem maar op. Diversiteit, in de breedste zin van het woord dus.’
Zie ook: Checklist: hoe werf je een Raad van Toezicht?
Menig boardroom lijkt te beseffen dat ‘diversiteit’ meer is dan slechts een modewoord, signaleert De Lange. ‘Men kijkt voorbij de individuele leden, maar naar het team als geheel. Wat missen we? Wat hebben we nodig? Raden van Commissarissen staan steeds meer open voor andersoortige kandidaten. Zij zoeken kandidaten met eigenschappen die de beraadslagingen van een toezichthouder versterken. Het is goed om met je collega-commissarissen in gesprek te gaan en veel bewuster erbij stil te staan wat je als toezichthouder nodig hebt. Niet alleen nu, maar ook in de toekomst.’
Welke competenties moet je hebben als commissaris?
De Lange noemt een aantal kerncompetenties voor een commissaris. ‘Allereerst moet een commissaris een goede toezichthouder zijn. Diversiteit is heel goed, maar de basis is altijd dat iemand zijn/haar toezichthoudende taken goed en met de juiste mate van distantie kan uitvoeren. Een commissaris moet op de drie belangrijkste rollen – toezichthouden, sparringpartner en werkgever – onafhankelijk en kritisch kunnen functioneren. Vervolgens kijk je naar de kwaliteiten, de persoonlijke match en affiniteit. Een kandidaat moet tenslotte onderdeel zijn van het team. Dan kom je vanzelf op de vraag: hoe moet het team eruit zien?’
Wat is de perfecte samenstelling van een raad van commissarissen?
De Lange: ‘Geen enkele Raad van Commissarissen is hetzelfde. De samenstelling is ook afhankelijk van de organisatie. Als toezichthouder van een jeugdzorginstelling is het handig als je het politiek-bestuurlijke speelveld begrijpt. Bijvoorbeeld de relatie met de gemeente. Als je daarmee geen affiniteit hebt, kun je ook heel moeilijk toezicht houden. Affiniteit met de sector en de instelling, kennis van de sector en onafhankelijkheid zijn basiscompetenties voor een toezichthouder.’
Een RvC samenstellen gaat op basis van vastgestelde portefeuilles, maar ook met het oog op vraagstukken zoals digitalisering en human resources (HR). ‘Het is altijd goed als je HR aan boord hebt. Je hebt natuurlijk de werkgeversrol. Juist omdat het over personen gaat. Als het misgaat, kunnen het de moeilijkste gesprekken zijn. Is de huidige bestuurder de persoon die onze organisatie de komende jaren kan gaan leiden of vraagt de toekomst van de organisatie om een andere aanpak? Dan gaat het niet meer over de organisatie, maar over mensen.’
Beschik je als commissaris niet over specifieke kennis? Onderken dat en schakel de juiste hulp in. De Lange: ‘Een RvC zal niet alle gevallen alle gedetailleerde kennis hebben om exact op de letter toezicht te kunnen houden. Je moet ook weten waar je die ervaring kunt halen of voorsorteren bij de benoeming van een nieuwe toezichthouder. Zo hebben wij recent in de publieke sector bemiddeld bij een organisatie waar digitalisering de komende jaren volop gaat spelen. De nieuw benoemde onervaren toezichthouder heeft niet alleen hands-on ervaring met digitalisering, maar is tevens een vertegenwoordiger van een nieuwe generatie. Een kandidaat die zelf de wens had om toezichthouder te worden. Om een goede toezichthouder te zijn, moet je het willen en het karakter ervoor hebben. Ervaring is een pre Je moet ook zelf toezichthouder willen zijn. Je moet ook het karakter hebben om toezichthouder te kunnen zijn. Er wordt altijd gezegd dat ervaring een pre is, maar je zult toch ooit ervaring moeten hebben opgedaan.’
Een mix van jonge en oudere toezichthouders is tevens een pre, volgens De Lange. ‘Je hebt zeer jonge zestigers en ontzettend oude dertigers. Leeftijd op zich zegt niet zoveel. Het gaat om de impact die je hebt binnen een Raad van Commissarissen. Maar wanneer een raad louter bestaat uit 60-jarige witte mannen, ga je een aantal zaken missen. Maar dat geldt net zo goed voor een RvC met alleen maar dertigers of alleen maar vrouwen.’ De opmars van de ‘jeugd’ in de boardroom is echter evident. De Lange: ‘Een nieuwe generatie is aanstaande, zowel bij vaste posities als toezichthoudende rollen. Er zijn veel mensen in de leeftijdscategorie 35-45 jaar die aan de vooravond van eindverantwoordelijke posities staan of ze bekleden ze juist al. Dat gebeurt in toenemende mate. Wij brengen deze generatie nadrukkelijk in beeld.’
Ben ik nog geschikt als commissaris?
De jaarlijks zelfevaluatie en de (her)benoeming van een commissaris zijn geschikte momenten om kritisch naar de (samenstelling van) de Raad van Commissarissen te kijken. De Lange: ’Deze procedures dwingen een RvC goed na te denken wat nodig is: nu én de komende jaren. Gebruik dat moment. Het is redelijk standaard in toezichthoudend Nederland dat je voor herbenoeming opgaat. Sterker nog, het lijkt wel of er iets mis met je is wanneer je als toezichthouder maar één termijn achter je naam hebt staan. Blijkbaar heb je dan iets fout gedaan. Ik vind dat niet. Stel jezelf de vraag: ben ik nog geschikt als commissaris, pas ik nog bij de organisatie en de toekomstige uitdagingen van de organisatie? Het antwoord kan in heel veel gevallen gewoon ‘ja’ zijn. Om erbij stil te staan, creëer je voor jezelf een extra moment om die analyse te maken. Misschien is het goed dat je niet opgaat voor een volgende termijn en de ruimte geeft om de benodigde kwaliteiten in iemand anders te vinden. Die scherpe blik naar jezelf is lastig. Het is makkelijker om een mening over een ander te hebben.’
ING kondigde enkele maanden geleden een forse verhoging van de beloning van topman Ralph Hamers aan. Een storm van kritiek barstte los en de bank trok het voorstel in. Zou het debacle niet geboren zijn met bijvoorbeeld een jongere commissaris in de RvC?
De Lange: ‘Ik vind het te makkelijk om te zeggen dat alle ophef niet had plaatsgevonden of een ander besluit was genomen wanneer de RvC diverser was geweest. In de regel is het wel: hoe diverser je raad, hoe diverse de geluiden. Jong, oud, man, vrouw: iedereen kijkt er anders naar. Je moet ook je tegenspraak durven organiseren. Dat doe je niet als je alleen maar met hetzelfde type aan tafel zit, dan kan al snel tunnelvisie ontstaan. Ik zat niet in de kamer waar deze discussie plaats vond en misschien waren er goede redenen voor het salarisvoorstel, maar gezien de ontstane ophef is de impact van te voren niet goed ingeschat. Het is misschien makkelijk oordelen van buitenaf, maar heeft niemand gevraagd of het voorstel wel gepast is binnen de Nederlandse verhoudingen en het huidige imago van de financiële sector? De vraag stellen is soms meer dan genoeg.’